donderdag 27 maart 2014

Aflegging eed


Vanavond wordt ik geïnstalleerd als raadslid in Almere. Daarbij hoort een eed of een belofte. Met de eed of belofte verklaart het raadslid dat hij of zij zich niet heeft laten omkopen en zal laten omkopen en verder dat hij of zij trouw zal zijn aan de grondwet en andere wetten. En tenslotte als raadslid naar eer en geweten zal handelen. Kortom: integriteit.

Er is veel te doen over integriteit. Zeker nu een landelijke volksvertegenwoordiger discriminerende uitlatingen gedaan heeft, waarvan de rechter moet oordelen of ze strafbaar zijn en strijdig zijn met de grondwet. Ze zijn in ieder geval in strijd met de strekking van de grondwet. Ik wil als raadslid integer zijn en door het afleggen van de eed getuig ik dat ik me afhankelijk weet van God, dat hij me helpt. Mooi zo'n eed, ik voel me er door gesterkt.

DE EED

"Ik zweer dat ik, om tot lid van de raad benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd.

Ik zweer dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen.

Ik zweer dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van de raad naar eer en geweten zal vervullen.

Zo waarlijk helpe mij God Almachtig!"